Zomerrantsoen: zorg voor voldoende energiedichtheid

Melkkoeien in hete stal detail

Koeien reageren op hogere temperaturen door minder (ruw-)voer op te nemen om zo de interne kachel wat lager te zetten. Dat gebeurt zelfs al vanaf 20 graden. Om te zorgen dat ze wel voldoende energie binnenkrijgen, is het belangrijk dat de dieren in de zomermaanden een rantsoen met een hoge energiedichtheid krijgen. Zo krijgen ze per hap meer energie binnen.

Schade door hittestress ontstaat doordat koeien te weinig energie binnenkrijgen. Daarom kan het aanpassen van het rantsoen, naast andere maatregelen, een manier zijn om de nadelige gevolgen van hittestress te voorkomen. Het verteren van voer kost namelijk energie en tegelijkertijd genereert het proces ook interne warmte. Door minder te vreten, zet een koe de interne kachel lager maar is er ook minder energie beschikbaar voor:

  • de melkproductie;

  • ontwikkeling van follikels en eicellen;

  • eigen onderhoud.

Op korte termijn zie je die negatieve energiebalans terug in een daling van de melkproductie en de gehaltes. Op de wat langere termijn heeft hittestress nadelige effecten op het gebied van vruchtbaarheid en gezondheid van de koeien.

Meer energie per hap voer

De uitdaging in de zomermaanden is dan ook om ervoor te zorgen dat de koeien voldoende energie binnenkrijgen. Dat begint met het aanbieden van smakelijk en goed verteerbaar ruwvoer van goede kwaliteit. Het aanbieden van fris en smakelijk voer stimuleert de voeropname. Pas daarom op met het voeren van producten met afwijkende geur. Bovendien vraagt kauwen en verteren van mindere kwaliteit ruwvoer meer werk van het dier wat resulteert in hogere interne warmteproductie. Daarnaast is het belangrijk dat het voer een hoge energiedichtheid heeft. Hoe energierijker het rantsoen hoe meer energie de koe met elke hap voer binnenkrijgt. Een voor de hand liggende oplossing lijkt het verhogen het aandeel energierijke voeders in het rantsoen of het verhogen van de krachtvoergift. Hier loert echter het gevaar van pensverzuring.

Minder herkauwen, meer kans op pensverzuring

Naast een lagere ruwvoeropname bij hoge temperaturen, herkauwen koeien namelijk ook minder, zeker als ze veel blijven staan. Hierdoor komt er minder bicarbonaat met het speeksel in de pens. Normaliter is dit een natuurlijke buffer om pensverzuring te voorkomen.

Tegelijkertijd neemt door een lagere ruwvoeropname het aandeel krachtvoer in het rantsoen verhoudingsgewijs toe. Dit werkt juist pensverzuring in de hand. Nog meer krachtvoer in het rantsoen zou het gevaar van pensverzuring alleen maar vergroten. Door het rantsoen aan te vullen met een buffer van bicarbonaat kan een melkveehouder sturen op een meer stabiele pensomgeving om verzuring te voorkomen. Dit is echter geen oplossing voor de negatieve energiebalans.

Koude energie in de vorm van pensbestendig vet

Een oplossing die wél zoden aan de dijk zet, is het verhogen van de energiedichtheid van het rantsoen met pensbestendige vetten. Dit zijn toevoegingen met een heel hoge energiedichtheid; tot wel per drie keer zoveel energie per kilogram als in krachtvoer. Deze verhogen de energievoorziening zonder de pens te overbelasten met het risico op pensverzuring. Daar komt bij dat dit zogenaamde ‘koude energie’ is. Pensbestendige vetten ondergaan minimale fermentatie in de pens en worden veel efficiënter gebruikt dan andere energiebronnen. Bij de vertering komt nauwelijks extra warmte vrij.

De metabolische energie van een product als Megalac maakt het mogelijk om een rantsoen samen te stellen met een hoge energiedichtheid om te zorgen dat koeien voldoende energie opnemen zelfs wanneer de totale droge stof opname laag is.

Het juiste vetzuur kiezen

Pensbestendige vetten bevatten heel veel energie, maar de vetzuursamenstelling bepaalt uiteindelijk hoe een koe reageert op de extra geleverde energie. Verschillende vetzuren hebben namelijk invloed op specifieke prestatiegebieden: melkproductie, gehaltes, vruchtbaarheid, conditie, enzovoort. Met de keuze van het pensbestendige vet kun je kiezen voor korte termijnsucces, maar vaak is het verstandiger om te sturen op algehele productiviteit van de veestapel op zowel korte als ook op langere termijn. Dus niet alleen sturen op melkproductie, maar ook op vruchtbaarheid en gezondheid. Het is goed om je daar als veehouder in te verdiepen of te laten adviseren door je rantsoenadviseur.

Wil je meer weten over het voeren van pensbestendige vetten in warme periodes?
Paul Fransen helpt je graag verder. Bel met 06-46207516 of mail naar paul.fransen@volac.com.