Met een optimaal winterrantsoen melkkoeien beter laten presteren

Winterrantsoen detail

Naarmate het rantsoen vooral uit mais- en kuilgras bestaat, is het belangrijk om goed te letten op de kwaliteit van het ruwvoer om te zorgen dat aan de voedingsbehoeften van de melkkoeien wordt voldaan, vertelt Dr. Richard Kirkland, Global Technical Manager voor Volac Wilmar Feed Ingredients. "Een uitgebalanceerd winterrantsoen begint met kuilvoeranalyse. Alleen als bekend is hoeveel voedingsstoffen, zoals vezels en eiwitten, in het basisrantsoen zitten, weet je wat aanvullend nodig is aan de juiste hoeveelheid metaboliseerbare energie (ME) te voldoen", legt Dr. Kirkland uit.

Om goed inzicht te krijgen in de kuilvoerkwaliteit is het belangrijk om zes weken na de oogst, als de conservering is voltooid, kuilmonsters te nemen en te laten analyseren. Zodra de melkveehouder begint met het voeren van de kuil, is het belangrijk om maandelijks de kwaliteit van het kuilvoer te laten onderzoeken, stelt Peter Smith, kuilvoerdeskundige van Volac. "Het zou ideaal zijn als veehouders daarnaast wekelijks het drogestofgehalte van het rantsoen bepalen om te weten hoeveel een koe opneemt", adviseert Smith.  

 Let op structuur van kuilgras

Rantsoenen met graskuil, zeker als er kort wordt gemaaid, zijn vaak energierijk en vezelarm. Dit vraagt extra aandacht om het rantsoen in balans te brengen. Volgens Dr. Kirkland hebben deze graskuilen een snelle vertering in de pens en een hoge passagesnelheid. Bij verkeerde aanvullingen van het rantsoen, vooral met zetmeelrijke granen, kan het lage gehalte aan structuur de pH-waarde in de pens in gevaar brengen. Het verhoogt het risico op pensverzuring en daling van het melkvetgehalte.

 Stro: wel vezel, nauwelijks voedingswaarde

"Vezelrijke producten zoals stro kunnen een effectieve buffer zijn om de passagesnelheid te vertragen. Deze producten vullen de pens echter met een lage voedingswaarde. Dit kan ten koste gaan van de energie-inname en de aanmaak van melkeiwitten", stelt Dr. Kirkland. "Vermijd overbelasting van het rantsoen met ingrediënten met veel zetmeel, zoals granen, om het energietekort te compenseren. Dit zal resulteren in een ophoping van zuren waardoor het risico op pensverzuring verder toeneemt. Kies in plaats daarvan voor een pensbestendig vetsupplement, zoals Megalac. Pensbestendig vet houdt de conditie van de pens op peil en heeft een heel hoge energiedichtheid. 

 Optimalisatie van vet en vetzuren

De melkkoe moet 15 tot 20% van haar ME-voorziening uit vet halen. Dit betekent dat 6% (drogestof) van het rantsoen uit vet zou moeten bestaan. "Aanvulling met voervet kan dan uitkomst bieden. Vetsupplementen zijn meer dan alleen een hoogwaardige energiebron; individuele vetzuren beïnvloeden de prestaties van koeien door de beschikbare voedingsstoffen te verdelen over lichaamsconditie, melkproductie en gehaltes" legt Dr. Kirkland uit. "Het is daarom verstandig om vetsupplementen te kiezen op basis van de vetzuursamenstelling van het rantsoen en het lactatiestadium van de melkkoe.”

 Voor herfstkalvende koeien in de vroege lactatie is de uitdaging om de lichaamsconditiescore te verbeteren en ze weer drachtig te krijgen. Als algemene regel geldt dat een punt conditieverlies de kans op bevruchting met 10 procent doet afnemen. Aan het begin van de lactatieperiode is C18:1 (oliezuur) het belangrijkste vetzuur. Recente onderzoeksresultaten tonen het effect op de insulinestatus aan en laten zien dat C18:1 ervoor zorgt dat een hoger aandeel energie en voedingsstoffen uit het rantsoen wordt benut om de conditie van koe te verbeteren.  

"C18:1 heeft bovendien een directe invloed op de ontwikkeling van bevruchte eitjes en verbetert de algehele verteerbaarheid van het rantsoen en zorgt zo voor extra energie," voegt Dr. Kirkland toe. Kirkland: "Om te zorgen voor een goede vertering en absorptie in de dunne darm is het belangrijk dat C18:1 in een pensbestendige vorm wordt aangeleverd. Lopend onderzoek aan de National University of Singapore toont aan dat de pensbestendigheid beter is naarmate de deeltjesgrootte van calciumzouten groter is, zoals bij Megalac."

Bij koeien voorbij de lactatiepiek, is het beter het rantsoen aan te vullen met producten die een hoog gehalte aan C16:0 (palmitinezuur) hebben. Dit vetzuur stimuleert de melkproductie en verhoogt het gehalte aan melkvet.

 Op bedrijven met een jaarrond afkalfpatroon is het praktisch vaak niet mogelijk om gericht een vetzuur aan het rantsoen toe te voegen. In die situaties is een multifunctioneel vetsupplement, zoals Mega-Max, de meest effectieve manier om te voldoen aan de voedingsbehoeften van de hele veestapel. Mega-Max bevat ongeveer 60% C16:0 en 30% C18:1, wat een optimale verhouding is voor de verschillende stadia van de lactatie.

"Met inzicht in de kwaliteit van kuilvoer en het effect van specifieke vetzuren in de verschillende fases van de lactatie, kunt u een uitgebalanceerd rantsoen samenstellen. Zo kunt u prestaties van individuele koeien én van de hele veestapel optimaliseren," besluit Dr. Kirkland.