Denken in vetzuren in plaats van vetten

Koe vreet mega max brok img 8460 detail

Vet is vet toch? Nee, vetten bestaan uit vetzuren, dit maakt dat het ene vet het andere niet is. Vetzuren zijn de bouwstenen van vetten, net als aminozuren bij eiwitten. Elk vetzuur heeft zijn eigen karakteristieken, verteerbaarheid en effecten op bijvoorbeeld melkgift en vruchtbaarheid.

 De vetzuren waar in diervoeding naar wordt gekeken worden aangeduid met nummers van C2:0 tot C22:6 en elk nummer geeft de lengte van de vetzuur keten weer (het aantal C-atomen). Elk vetzuur heeft zijn eigen eigenschappen en effecten. Bijvoorbeeld, vetzuur C16:0 zorgt voornamelijk voor een duw in de melkgift en het melkvet%. Echter kunnen verse koeien hierdoor juist weer terugvallen in conditie, wat weer kan leiden tot problemen met de vruchtbaarheid. Dit is juist wat je niet wil als je de productie opschroeft. Hoe kan je dit voor zijn en welk vet heeft nu welke producteigenschappen?

 C16:0 voor extra melk en melkvet

Eerst het -in Nederland- meest bekende en meest gevoerde vetzuur, C16:0. C16:0 ook wel palmitinezuur genoemd komt meestal uit palmolie maar komt ook voor in andere plantaardige producten, echter in veel lagere concentraties. Palmitinezuur is een verzadigd vetzuur. Het voeren van dit vetzuur verhoogt het melkvet, dit is voor veel melkveehouders ook de reden om C16:0 bij te voeren. Echter zit er ook een nadeel aan het vetzuur, vooral aan de begin van de lactatie kan bijvoeren van dit vetzuur juist zorgen voor een negatieve energiebalans en terugval in conditie.

 Negatieve energiebalans

In de laatste weken van de dracht tot aan zo’n 100 dagen na afkalven is het risico op een negatieve energiebalans het grootst. De opstart van de biest en het opstarten van de lactatie vragen veel energie van de koe. Ook is de ruwvoeropname van de koe vaak wat lager aan het aan begin van lactatie. Dit zorgt ervoor dat klinische of subklinische melkziekte zich kan ontwikkelen, waarbij de laatste het meest voorkomend is. De symptomen zijn:

 Een verlaagde melkgift

  • Verlies van conditie
  • Verminderde vruchtbaarheid
  • Afwijkende eiwit-vetverhouding in de melk

 Omdat het vetzuur C16:0 de melkgift verhoogt onttrekt de koe meer energie uit haar lijf om die extra productie bij te benen. Hierdoor neemt de kans op een negatieve energiebalans toe.

 C18:1 voor behoud van conditie

Moet je dan helemaal geen vetzuren meer bijvoeren aan het aan het begin van de lactatie? Juist wel, als het maar wel de goede vetzuren zijn. Het voeren van de juiste verhouding in vetzuren helpt de koe juist met de opstart en zorgt voor een behoud, of verbetering van conditie en vruchtbaarheid. Hiermee komen we aan bij het vetzuur C18:1, een onverzadigd vet. C18:1 sluist meer vet door naar de vetdepots van de koe en zorgt daarmee voor een verhoging van de conditie. Óf in het geval van een nieuwmelkte koe of een koe met een zeer hoge productie voor behoud of verbetering van de conditie. Een combinatie tussen C18:1 en C16:0 is daarmee ideaal voor koeien die aan het begin van hun lactatie zitten. Neveneffect van de betere conditie is dat de vruchtbaarheid van de koe ook verbetert. Daarnaast hebben onverzadigde vetten zoals C18.1 een positieve invloed op de groei van eitjes waardoor de koe makkelijker drachtig raakt.

 Veel vetzuren op de markt

Naast C16:0 en C18:1 zijn er nog veel meer soorten vetzuren op de markt. Belangrijk is om te kijken wat de eigenschappen van deze vetten zijn voordat je ze voert. Zo heeft  geharde raapolie met meer dan 85% C18:0 vetzuren een erg slechte verteerbaarheid, waardoor de koe het grootste deel weer uit poept. Andere vetten zoals lijnolie zijn weer slecht pensbestendig waardoor de fermentatie van vezels in de pens afneemt. Daarbij hebben koeien verschillende behoeften op basis van genetische achtergrond en het lactatiestadium waarin zij zich bevinden.

Combinatie van vetzuren het belangrijkst

Een combinatie van vetzuren, of het gericht voeren van vetzuren per lactatiestadium is dus aan te raden. Megalac heeft daarvoor diverse producten in het assortiment, waardoor gericht voeren per lactatiestadium mogelijk is. Vraag uw voeradviseur om meer informatie en bekijk ook samen de samenstelling van vetzuren in de melk, hieruit is ook veel op te maken. 

Tabel vetzuren