Bij hoogproductieve koeien is de beschikbare energie vaak beperkt

Hoogproductieve koeien voerhek detail

“Bij de rantsoensamenstelling is het vooral belangrijk om ervoor te zorgen dat hoogproductieve koeien voldoende energie binnenkrijgen. Vetzuren spelen een sleutelrol in het rantsoen van hoogproductieve koeien en zijn vaak de beperkende factor”, stelt dr. Richard Krikland van Volac Wilmar.

Het vertrekpunt van een goed winterrantsoen is de kuilanalyse. Als de kwaliteit van het basisrantsoen bekend is, kun je bepalen wat je moet aanvullen: vezels, zetmeel, suiker, eiwit en vet. Primair is het daarbij van belang dat de koeien voldoende energie aangeboden krijgen. Dat energie-aanbod is vooral bij hoogproductieve koeien de grootste uitdaging, waarbij de energie uit verschillende bronnen zal moeten komen.

Zetmeelrijke energiebronnen hebben beperkingen

Zetmeelrijke graanproducten, bijvoorbeeld in krachtvoer, bevatten weliswaar veel energie, maar een te hoog aandeel van deze snel verteerbare grondstoffen in het rantsoen kan resulteren in pensverzuring. Het resulteert direct in een lagere melkvetproductie. Een slechtere penswerking gaat bovendien ten koste van de vertering van het hele rantsoen waardoor de beschikbare energie voor de koe nog verder afneemt met alle gevolgen van dien.

Mais heeft een wat tragere vertering en heeft een hoge energiedichtheid en is wel een goede aanvulling om het zetmeelgehalte in het rantsoen te verhogen. Verteerbare vezelbronnen zoals sojaschroot en bietenpulp zijn aantrekkelijke zetmeelrijke energiebronnen. De vezels in deze producten ondersteunen de penswerking, hoewel de ‘prik’ wel minder is dan verzelrijk ruwvoer. Doordat ze minder geconcentreerd zijn dan graanproducten kan het extra volume wel een beperkende factor zijn om voldoende energie te leveren.

6 procent vet in de drogestof

De belangrijkste energiebron voor een koe is vet”, vertelt dr. Richard Kirkland, specialist rundveevoeding bij Volac Wilmar. “Een kg vet bevat ongeveer tweeënhalf keer zo veel energie dan kg graanproducten. Een belangrijk voordeel is dat vet geen risico op pensverzuring geeft. Het gaat erom dat het dier bij elke hap meer energie binnenkrijgt."

"Uit onderzoek blijkt, dat melkkoeien voor de optimale melkproductie 15 tot 20 procent van hun energievoorziening in de vorm van vet vragen. Dit betekent in de praktijk dat een rantsoen rond de 6 procent vet in de drogestof moet bevatten voor een optimale melkproductie."

Richard Kirkland

Dr. Richard Kirkland, Global Technical Manager voor Volac Wilmar Feed Ingredients

Het juiste vetsupplement kiezen

Volgens Kirkland bepaalt de vetzuursamenstelling van het vet hoe de respons zal zijn. Welk supplement het meest geschikt is voor een individueel bedrijf? Dat hangt onder meer af van de beoogde melkproductie, het lactatiestadium en of je op vruchtbaarheid wilt sturen.

Aan het begin van de lactatie is het zaak om het verlies aan conditie (BCS) te beperken en om de koeien weer drachtig te krijgen. Als vuistregel geldt: elke punt conditieverlies vermindert het bevruchtingspercentage met 10 procent. In deze fase is C18:1 een belangrijk vetzuur, omdat het extra energie levert en bovendien de verteerbaarheid van alle vet in het rantsoen verhoogt. Dit zorgt voor een extra energie-boost en een betere voerefficiëntie. “Recent onderzoek toont ook een gunstig effecten van C18:1 op de insulinestatus en een betere de verdeling van energie en voedingsstoffen ten gunste van de conditie”, vertelt dr. Kirkland. “We zien ook dat C18:1 een gunstige invloed heeft op de ontwikkeling van eitjes en embryo’s en daarmee de kans op het succesvol drachtig worden vergroot."


Pensbestendigheid is belangrijk

“Om deze gunstige effecten te realiseren, is het wel van belang dat de C18:1 vetzuren in het rantsoen de pens passeren en in de dunne darm beschikbaar komen. Dit lukt alleen als de vetzuren in een pensbestendige vorm worden aangeboden wat in de praktijk betekent in de vorm van een calciumzout. Uit onderzoek bij het gebruik van Megalac blijkt dat de grootte van de deeltjes een grote invloed heeft op de mate van pensbestendigheid. Bij grotere deeltjes (3 - 4 mm diameter) wordt er minder afgebroken in de pens en kan een groter deel van de C18:1 vetzuren ook daadwerkelijk in de darmen worden opgenomen.”

C16:0 voor melkvet

Als de doelstelling is om de productie van melkvet te vergroten, dan zijn producten met een hoog gehalte aan C16:0 (palmitinezuur) het meest geschikt. Onderzoek toont aan dat het vetzuur een gunstig effect heeft op de vezelvertering. Dit stimuleert de melkproductie en heeft verhogend effect op het melkvetgehalte. Aanvullen van het rantsoen met C16-vetzuren vraagt overigens wel om voorzichtigheid aan het begin van de lactatie. Het stimuleren van de melkproductie kan in deze fase van de lactatie, als er al vaak sprake is van een negatieve energiebalans, ten koste kan gaan van de conditie van de koeien met als bijeffect een verminderde vruchtbaarheid.

Multifunctioneel vet voor alle lactatiestadia

Met een multifunctioneel vetsupplement als Mega-Max is het mogelijk om in de behoefte van de hele melkveestapel te voorzien. Het bevat wetenschappelijk bewezen de juiste verhouding vetzuren voor koeien in verschillende lactatiestadia: ongeveer 60% C16:0 en 30% C18:1. Dr. Kirkland tot besluit: "Een uitgebalanceerd rantsoen is belangrijk om de motor van de moderne melkkoe soepel te laten draaien waarbij energie de primaire behoefte is. Het is de uitdaging om daarin te voorzien.”

Meer weten? Hier vindt u onze pensbestendige vetten.